Een reis door het Tengergebergte
Door: Frans Lebret
Blijf op de hoogte en volg Frans
12 Oktober 2011 | Indonesië, Tenger
We hebben een vierdaagse reis door het Tengergebergte gemaakt. We reizen te paard, we beklimmen de Bromo en we verblijven in Tosari en Ngadisarie
“Het Tengersch gebergte is in klein gezelschap niet te bereizen. De onherbergzaamheid van dit wilde oord alwaar vele tijgersoorten huisvesten, is de grondoorzaak. Onze broeder kwam op den gelukkigen inval om over ons plan tot het doortrekken deze overoude wilde streden de WelEd. Gestr. Heer Wattendorf te spreken die als gewoonlijk elk jaar na den regentijd, de onder zijn bestuur gelegene streken bezoekt om alzoo me4de onder zijn geleide te kunnen reizen. Daartoe was ZEd. Gaarne bereid en vervroegde ten onzen gevallen daartoe zijne gewone bezigheid.”
“De woestheid der natuur is niet wel te beschrijven als men in aanmerking neemt dat geheel het Tengersch gebergte is voortgebragt door uitbarstingen van eene vuurspuwende berg.”
We “kwamen in den laten namiddag te Tosarie aan, eene plaats bewoond door Tengerezen op de kruin eener ravijnwand 5000 voeten hoog. Ons logement, want zoo moet het toch heeten was het eerste dat wij ontmoeteden dat door het Gouvernement ten dienste der reizigers onderhouden wordt.”
“Zoo mogelijk nam de natuur nog meer in grootscheid toe, het onderaardsch gedruisch van den Bromo duidelijk hoorende. Daar zijnde konden wij onze blikken den ruimen teugels vieren. Twee duizend voeten diep lager voor ons de zoogenaamde zandzee, zoo men zegt, een krater der voorwereld een uur circa in doorsnede, die door alter zijdelingsche uitbarstingen met zand en vulkansiche stenen gevuld was.
De grond donderde onder onze voeten, terwijl de stoom als van honderden stoombooten het hemelruim injoeg. De lucht helder blaauw zijnde teekende de stoomzuil die door een weinig wind gis en weer bewogen werd als een witte vedertros af. Statig aanzien, eerbied inboezemend voor de grote en magtige werken Gods.”
“Het Tengersch gebergte is in klein gezelschap niet te bereizen. De onherbergzaamheid van dit wilde oord alwaar vele tijgersoorten huisvesten, is de grondoorzaak. Onze broeder kwam op den gelukkigen inval om over ons plan tot het doortrekken deze overoude wilde streden de WelEd. Gestr. Heer Wattendorf te spreken die als gewoonlijk elk jaar na den regentijd, de onder zijn bestuur gelegene streken bezoekt om alzoo me4de onder zijn geleide te kunnen reizen. Daartoe was ZEd. Gaarne bereid en vervroegde ten onzen gevallen daartoe zijne gewone bezigheid.”
“De woestheid der natuur is niet wel te beschrijven als men in aanmerking neemt dat geheel het Tengersch gebergte is voortgebragt door uitbarstingen van eene vuurspuwende berg.”
We “kwamen in den laten namiddag te Tosarie aan, eene plaats bewoond door Tengerezen op de kruin eener ravijnwand 5000 voeten hoog. Ons logement, want zoo moet het toch heeten was het eerste dat wij ontmoeteden dat door het Gouvernement ten dienste der reizigers onderhouden wordt.”
“Zoo mogelijk nam de natuur nog meer in grootscheid toe, het onderaardsch gedruisch van den Bromo duidelijk hoorende. Daar zijnde konden wij onze blikken den ruimen teugels vieren. Twee duizend voeten diep lager voor ons de zoogenaamde zandzee, zoo men zegt, een krater der voorwereld een uur circa in doorsnede, die door alter zijdelingsche uitbarstingen met zand en vulkansiche stenen gevuld was.
De grond donderde onder onze voeten, terwijl de stoom als van honderden stoombooten het hemelruim injoeg. De lucht helder blaauw zijnde teekende de stoomzuil die door een weinig wind gis en weer bewogen werd als een witte vedertros af. Statig aanzien, eerbied inboezemend voor de grote en magtige werken Gods.”
-
12 Oktober 2011 - 23:43
Ar Lebert:
fantastisch verleden !! -
13 Oktober 2011 - 00:10
Bert:
als ik nog kon dan zou ik wel gaan
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley
