Het weerzien van Gerrit

Na vier dagen in Buitenzorg en Weltevreden te hebben doorgebracht, konden we eindelijk de reis voortzetten. Met de stoomboot Penarang varen we richting Surabaya, wat nog vier dagen duurde. Het was een verschrikkelijk schip, zowel qua inrichting als verzorging. “Heel de stoomboot op enkele zaken na uitgezonderd was een rare boel.”

Te Surabaya reisden we direct per rijtuig door naar Pasuruan. Ook dit deel van de reis was vol met ongemakken, want tot twee keer toe was onze weg door water versperd. Een keer was het water zo diep dat “van onze paarden bijna niets meer zigtbaar was en men kan zich tevens een denkbeeld vormen, hoe diep de koelies erdoor moesten om ons rijtuig voort te werken. Zittende tegenover de leege zitbank, waarop onze beenen uitgestrekt op rustten, wachteden wij gelaten ons lot af, welke einde ook goed was.” In Pasuruan wachtte onze broer Gerrit in sociëteit. En met z’n gedrieën reden we dadelijk door naar landgoed Kedawong, waar we in het holst van de nacht arriveerden! Na 51 dagen hadden we eindelijk de plaats van bestemming bereikt.

“Kedawong is een bezitting met suiker- en rijstvelden bestaande en bevat dorpen en gehuchten in zich. De grote weg naar Blaauwwater en het Tengergebergte gaat er midden door en is iets groter dan de grote openbare met een daarnevens gelegen karabouwweg, welke laatste alleen kleiweg is en de eerste ene met stenen en kiezels onderhouden soort grindweg, waarlangs vele djatiebomen geplant zijn. Daarentegen is de hoofdweg naar onze broeder met tamarinden, riet en kokosbomen beplant. Voorts is deze uitgestrektheid gronds door de rivier Radjassen en zijn vertakkingen doorsneden en ‘t is niet zeldzaam dat er zich kaailui (krokodillen) vertonen, hoe veelal meer zeewaarts.

Na een aantal rustdagen maken we enkele dagtochten, zoals naar de Bron Blaauw Water. “De natuur is hier grootsch. Oeroude boomen van reusachtige grootte, die wild in elkander zijn gegroeid, met een altijd durend frisch en krachtig groen, geven aan dit oord een indrukwekkend geheel.”